In de late
gotiek
wordt het
boogveld
boven een rechthoekig
raam-
of
deurkozijn
vaak gevuld met een
drielob.
Daardoor lijkt het een héél, héél klein beetje alsof het
venster
een
venstertracering
heeft, maar het gaat hier natuurlijk om een heel beperkte
blindtracering.
Het boogveld moet hiervoor min of meer halfrond zijn, anders wordt de drielob tezeer gedrukt.
In de boeiende zestiende eeuw, toen de moderne
renaissance
de ouderwetse gotiek nog niet helemaal
overwonnen had, komt de drielob nog veel voor in boogvelden. Overal waren er wel bouwheren die liever niet
met de mode wilden meegaan; in sommige steden, zoals Dordrecht, kwamen gotische elementen nog veel en
lang voor naast motieven uit de renaissance.
De drielob heeft in het boogveld geen enkele constructieve betekenis. Het gaat om een siermotief, de
toten
zijn dan
ook vaak nog voorzien van een versiering op de punt.
Tekst: Jean Penders (01-2011). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders